Er is één regeling voor alle mensen die kunnen werken, maar daar ondersteuning bij nodig hebben. Deze regeling heet de Participatiewet en is ingegaan op 1 januari 2015. Met de invoering van de Participatiewet hebben de gemeenten meer taken en verantwoordelijkheden gekregen voor het bieden van zorg en ondersteuning aan inwoners met (arbeids)beperkingen. De nieuwe Participatiewet is bedoeld om iedereen volwaardig mee te laten doen in de samenleving, bij voorkeur door te werken in een reguliere baan.
Stroomopwaarts werkt nauw samen met werkgevers, om inwoners van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam te begeleiden naar werk. Met werk doe je mee. Bovendien is het de beste manier om een inkomen te verkrijgen. In de nieuwe Participatiewet zijn de Wet werk en bijstand (Wwb), de Sociale Werkvoorziening (SW) en Wajong samengevoegd. Hiermee worden werkzoekenden, mensen die een uitkering ontvangen en mensen met een arbeidsbeperking onder één regeling gebracht. Mensen die 100% arbeidsongeschikt zijn, blijven een Wajong-uitkering ontvangen, maar er worden geen nieuwe mensen meer toegelaten tot de Sociale Werkvoorziening. Voor inwoners die voorheen bij de voormalige sociale werkbedrijven Dukdalf, TBV of BGS Schiedam werkten, blijft de voorziening bestaan.
Veranderingen
De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Vanaf 2015 zijn er veranderingen voor mensen met een Wwb-uitkering.
Hieronder staan de belangrijkste veranderingen:
Arbeidsverplichtingen
Met de Participatiewet heeft iedereen dezelfde arbeidsverplichtingen. Het uitgangspunt blijft: wie kan werken, gaat aan het werk. Mensen met een uitkering moeten actief naar werk zoeken en hun kennis en vaardigheden bijhouden. Bijvoorbeeld door een cursus te volgen die de kans op werk vergroot. Werkzoekenden moeten eerder een baan accepteren, ook als dat bijvoorbeeld betekent dat iemand daar dagelijks drie uur voor moet reizen. De Participatiewet is strenger voor mensen die zich niet houden aan de arbeidsverplichtingen. Wie onvoldoende zijn best doet, krijgt tijdelijk een lagere uitkering of tijdelijk geen uitkering. De gemeente herstelt de uitkering pas als de bijstandsgerechtigde aantoont dat hij of zij de verplichtingen alsnog is nagekomen.
Tegenprestatie
Een uitkering is in principe tijdelijk. Mensen ontvangen een uitkering, omdat ze geen inkomen uit werk hebben en daardoor niet voldoende geld hebben om van te leven. Mensen met een uitkering zijn verplicht zo snel mogelijk betaald werk te vinden. Lukt dat niet, of duurt dit lang, dan verwacht de gemeente dat ze iets terugdoen voor hun uitkering. Dit noemen we een tegenprestatie. Zo’n tegenprestatie bestaat uit activiteiten die nuttig zijn voor de samenleving, inzet waar de stad en haar inwoners wat aan hebben.
Kostendelersnorm
Volwassenen die met elkaar in hetzelfde huis wonen, kunnen de woonkosten delen. Mensen met een uitkering ontvangen dan ook een lagere uitkering, als zij met één of meer mensen vanaf 21 jaar in hetzelfde huis wonen. Deze regel geldt in alle meerpersoonshuishoudens. Het maakt niet uit of de bewoners wel of niet getrouwd zijn met elkaar, of familie van elkaar zijn. Deze regel heet de kostendelersnorm. Bewoners die niet meetellen zijn:
- inwonende kinderen tot 21 jaar
- studenten met recht op een studiefinanciering of een tegemoetkoming in de studiekosten
- kinderen die een BBL-traject (leer/werktraject) volgen
- huurders die een commerciële huurprijs betalen aan de persoon die een uitkering ontvangt
Alleenstaande oudernorm
De toeslag voor alleenstaande ouders is verdwenen. Per 1 januari 2015 ontvangen alleenstaande ouders voortaan een norm die gelijk is aan die van een alleenstaande. De uitkering gaat dan omlaag. Het kindgebonden budget van de Belastingdienst gaat per 1 januari 2015 extra omhoog. Iedereen die daar recht op heeft, krijgt dus meer kindgebonden budget. Maar er gaat meer van de uitkering af dan dat het kindgebonden budget omhoog gaat. Mensen met een kindgebonden budget hebben in december 2014 van de Belastingdienst/Toeslagen gehoord hoe hoog het budget in 2015 is. Hiervoor kijkt de Belastingdienst naar het aantal kinderen, hun leeftijd, het inkomen en of er een toeslagpartner is of niet. Op www.toeslagen.nl staat meer informatie.